Zo maak je sterke trainingen voor kleuters

Lore MARGUILLIER   ‐  Maandag 2 mei 2022

Jij doet dit toch ook?!

Wil jij jouw kleuters super leuke en leerrijke trainingen geven? Natuurlijk, daar twijfelen we niet aan! Elke trainer heeft zijn eigen stijl om dit te doen, en wij zetten graag enkele handvaten op een rijtje die je kunnen helpen in jouw aanpak.

Start met een goede structuur

Het is belangrijk dat de lesopbouw duidelijk gestructureerd is en herkenbaar voor de kleuters. De training dient te starten met een inleiding die ontladend, activerend en motiverend is. Daarna volgen gevarieerde kernactiviteiten waardoor de kleuters zich ontwikkelen, succes beleven en leren. Elke training eindigt met een slot dat rustgevend, ontspannend en uitleidend is. Als trainer moet je voor elk lesonderdeel de best passende organisatie vinden: Hoekenwerk, een omloopje, klassikaal uitvoeren, werken in banen of golven, ...

Alle tips en tricks om jouw trainingen sterker te maken

  • Richtlijn max. 10 kleuters per (hulp)trainer
  • Ken de naam van elke kleuter voor een persoonlijke aanpak
  • Fantasie: Durf je in te leven
  • Empathie: Stel je in hun plaats, zij zijn klein en alles lijkt groot voor hen
  • Fun: Wees altijd enthousiast en sta positief voor je groep met een glimlach
  • Geef complimenten, motiveer en help de kleuters succes te beleven
  • Fotograafprincipe: zorg dat je altijd een overzicht hebt over alle kinderen en dat alle kinderen jou ook kunnen zien
  • Wil je gedrag van kleuters veranderen? Geef dan altijd een alternatief.


Ga voor de juiste aanpak

Alles tweezijdig oefenen vs. dominantie stimuleren

Alles tweezijdig oefenen! De jongste kleuters hebben nog geen voorkeurszijde of dominantie. Het is belangrijk om alle éénzijdige opdrachten in beide richtingen aan te bieden (hinkelen op beide benen, wendsprongen langs beide zijden van een bank, slaan op een ballon met beide handen, ...). Door alles tweezijdig te oefenen leren ze hun lichaam volledig kennen en verkrijgen ze een brede motorische basis waarop ze naar het einde van de kleuterleeftijd een voorkeurszijde kunnen ontwikkelen voor grootmotorische bewegingen. Deze dominantie ontwikkelt zich automatisch en dient niet gestimuleerd te worden.

Sarcasme en ironie gebruiken vs. duidelijke en letterlijke taal 

Duidelijke en letterlijke taal! Op deze leeftijd denken en interpreteren kinderen letterlijk en concreet. Ze kunnen dus nog niet aanvoelen wat ironie en sarcasme is omdat ze zich nog niet in iemands plaats kunnen stellen of inleven. Gebruik daarom steeds duidelijke en letterlijke taal die verstaanbaar is voor elke kleuter en geen onnodige verwarring zal creëren.

Goede dingen benoemen vs. focussen op de dingen die ze nog niet kunnen

Goede dingen benoemen! Falen of fouten maken vinden kleuters 'normaal'. Het is pas als het door anderen betiteld wordt als 'slecht', dat dit invloed zal hebben op het eigen denken over wat ze kunnen. Bouw daarom mee aan het positief zelfbeeld van de kinderen door te benoemen wat ze goed doen. De vragen 'wat kan je nog veranderen?' of 'hoe kan je iets anders proberen te doen?' kunnen een eerste aanzet geven naar oplossingsgericht denken over de taak of de beweging.

Succeservaringen stimuleren vs. blijven oefenen op wat nog niet lukt

Succeservaringen stimuleren! Zorg ervoor dat je oefeningen aanbiedt waarin ze succes beleven. Dit stimuleert de opbouw van een positief zelfbeeld en sterk zelfvertrouwen. Bovendien werkt dit heel motiverend als ze veel successen ervaren tijdens het sporten en bewegen.

Focus op de hoofddiscipline(s) van de club vs. breed motorisch ontwikkelen

Breed motorisch ontwikkelen! Elk element en elke vaardigheid in eender welke sport of gymnastiekdiscipline komen voort uit één of meerdere motorische basisvaardigheden. Daarom is het belangrijk om op jonge leeftijd een breedmotorische ontwikkeling te stimuleren. Als kinderen spelend kunnen bewegen en ontdekken in een stimulerende omgeving binnen verschillende bewegingsthema's kunnen zij vaak op 6-jarige leeftijd alle fundamentele motorische basisvaardigheden beheersen. Dé perfecte basis om later disciplinespecifiek op verder te bouwen.

Meerdere korte hoofdactiviteiten vs. één lange omloop heel de les 

Meerdere korte hoofdactiviteiten! Jonge kinderen zijn snel afgeleid en toevallige prikkels verstoren makkelijk hun aandacht. Tien minuten concentratie is voor een zesjarige écht het maximum. Door je leskern in te delen in meerdere korte hoofdactiviteiten, kan je meer concentratie verkrijgen per activiteit. Dit zorgt ook voor meer variatie waardoor je meerdere kinderen met verschillende noden aanspreekt. Wanneer hun concentratie verslapt of ze geen uitdaging meer ervaren in dezelfde opdracht zullen kleuters uitdaging zoeken in alternatieve - vaak storende - gedragingen.